Jezelf begrijpen
Ik vind zo vaak niet datgene wat ik zoek, maar wel wat ik nodig heb. En bijna altijd snap ik dat pas achteraf. Een poos geleden was ik op een spirituele beurs. Niet een plek waar je me snel zult vinden, ik heb niet zoveel met stenen, en weten over wat er in de toekomst allemaal wel en niet gaat gebeuren wil ik echt niet weten. Ik was er omdat er in dat gebouw ook een andere beurs was waar ik graag wilde kijken: ik ben namelijk dol spinnen, slangen en dus ook schorpioenen. En ik had ook het idee om iets te doen rond het thema angst door er een workshop van te maken en ik daar iemand zou kunnen vinden die de ‘creepy crawlers’ naar die workshop zou kunnen meenemen.
Tussen de beestjes uiteindelijk niet gevonden wat ik zocht, maar ik ben toch ook even de andere beurs opgelopen. Daar werd ik aangesproken door iemand die hetzelfde sterrenbeeld als ik bleek te hebben: schorpioen. En van deze man kreeg ik een tekst mee die me veel vertelde over wie ik ben. Vandaag voelt als een goed moment om die tekst met je te delen. Ik weet niet wie ‘m geschreven heeft of waar de tekst vandaan komt. Het is best een lang verhaal, maar wie weet heb jij er ook iets aan.
Het symbool
Je ligt in je slaapzak, stijf als een lijk. De woestijnzon klimt hoger en dreigt van de vullingen van je kiezen gesmolten goud te maken. Eén beweging en je sterft: een schorpioen ligt op je buik. Spanningen in je huwelijk en gevaarlijke manoeuvres in je werkkring. Die gedachten waren gisteren alles waar het voor jou om draaide. Nu, met die schorpioen daar, lijken ze net zo belangrijk als een vage rode ster in een verre melkweg.
Met die schorpioen op je buik telt alleen nog de gruwelijke intensiteit van het moment. Al het andere – alle pretenties, alle ijdelheid, alle ambities – is weg. Alleen de wezenlijke dingen blijven. En de geest, naakt en waakzaam, scherp als een geslepen diamant, is gereed om te leven of te sterven. Die houding, die toestand van bewustzijn, is schorpioen.
Einddoel
Je zit een astrologieboek te lezen. Je gaat erin op. Vermoedelijk ben je kalm, redelijk op je gemak. Je vergeet je geboorte. Je dood is iets abstracts in de verte. Ergens tussen die twee drijf je voort, neemt wat komt en je maakt er het beste van.
Maar bedenk: je leeft op een planeet die om een gigantische atoombom draait. Miljoenen tonnen steen vliegen om je heen met een snelheid van honderdzestig kilometer per seconde. Je wordt alleen beschermd door een dunne nevel gas. En in dat luchtschild woon je samen met gekken die uit zijn op vernietiging. Sommigen hebben pistolen. Anderen hebben atoombommen. En zelfs als je aan hen ontsnapt, ben je nog gebonden aan een fysiek lichaam en zo gedoemd en breekbaar als een orchidee tussen een kudde buffels.
Die wetenschap beangstigt ons. We zouden er liever niet op letten. Dus maken we plannen, nemen een levensverzekering en vermijden om aan het ondenkbare te denken. Maar als we er wel aan durven denken? Als we de moed hebben om het taboe rond de dood te doorbreken? Wat gebeurt er dan?
Als de man in onze slaapzak worden onze prioriteiten duidelijk. We zijn alleen nog gericht op dit ogenblik. Niets anders doet er nog toe. En op dat ogenblik verdwijnen al onze poses en beleefdheden, al onze valse gemakkelijke antwoorden. Alleen de waarheid blijft over. Als nooit tevoren weten we wie we zijn en wat we willen.
Als die schorpioen uit de slaapzak kruipt en de woestijn in gaat, zal die nachtmerrie misschien een zegen blijken te zijn. Misschien nemen we iets van die eerlijkheid en intensiteit en duidelijkheid mee in de rest van ons leven. Misschien is het wat minder waarschijnlijk dat we vastzitten aan een onherstelbaar verleden en een schimmige toekomst. Dat is het einddoel van schorpioen. Met die intensiteit te leven. Alle pretenties overboord te zetten. Niets verborgen te laten achter die muren van angst. Het onbewust bewust te maken. Het doel van schorpioen is, elke minuut te leven alsof het de laatste is.
Strategie
Stel je voor dat je dokter je vertelt dat je nog maar zes maanden te leven hebt. Wat zou je dan doen? Laten we je een miljoen gulden geven om het interessanter te maken. Nu heb je de vrijheid om te doen wat je wilt, maar je moet het wel vlug doen.
Enkelen van ons zouden snel een wereldreis boeken. Anderen zouden zenuwachtig proberen goed te maken wat ze in het verleden allemaal fout hadden gedaan. Maar degenen die zich met succes aanpassen zouden allen een ding gemeen hebben: ze zouden er eens rustig bij gaan zitten, zich concentreren en proberen te voelen wat ze zouden willen. Ze zouden niet denken. Ze zouden instinctief weten dat logica, rekenen en verstandelijkheid de verkeerde dingen zijn voor de taak. Op zichzelf goed zaken, maar hier niet op hun plaats.
Ze zouden de voornaamste strategie van schorpioen volgen, letterlijk: hun daden baseren op gevoelens in plaats van op beredenering. Waarom? Omdat logica te algemeen is, te onpersoonlijk. Op de kruispunten van het leven zijn er vele logische alternatieven. Logisch is bijvoorbeeld dat ieder van ons verschillende carrières zou kunnen hebben, met veel verschillende mannen of vrouwen zou kunnen trouwen. De logica slechts een doel: het onmogelijke en het belachelijke uit te schakelen. Daarna moet de schorpioen op zijn gevoel verder door het leven.
Geluk komt grotendeels door wat we willen. En we voelen wat we willen, we berekenen dat niet. Schorpioen weet dat. Het is altijd zo: de dood doet het voornaamste sterker uitkomen. Als schorpioen elke minuut moet leven alsof het zijn laatste was, moet hij een volmaakte lijn trekken tussen zijn gevoelens en zijn daden. En om dat te bewerkstelligen moet hij alle muren slechten die zijn gevoelens verhinderen om het bewustzijn binnen te komen. Hij moet de moed hebben om iets te voelen, hoe verschrikkelijk die gevoelens ook mogen zijn of wat voor gevolgen ze voor zijn leven mogen hebben.
Denken over de dood helpt schorpioen op dat niveau van zelfkennis te komen. De schok ervan brengt emotionele duidelijkheid. Het gaat niet om een ziekelijke toestand; dat is een vervorming van het proces. De strategie is om de werkelijkheid van je eigen onontkoombare dood in je bewustzijn te accepteren. De dood te laten dienen als raadsman. De angst te voelen, emoties in beroering te brengen en dan aan de dood de kritieke vraag te stellen: ‘stel dat mijn tijd hier beperkt is, wat moet ik dan doen?’ Wat is echt belangrijk voor me? Welke van mijn verplichtingen en gedragspatronen zijn gebaseerd op het krankzinnige idee dat ik lichamelijk onsterfelijk ben?
“Schorpioenen zijn erotisch”’, wordt er over het algemeen in kringen van populaire astrologie gezegd. Er zit wel iets van waarheid in die bewering, maar het wordt vaak verkeerd uitgelegd en overdreven. Het gaat erom te onthouden dat er een groot potentieel aan emotionaliteit verborgen is in je seksualiteit. We moeten seksualiteit hier definiëren op een emotionele wijze, niet alleen lichamelijk. Het is veel meer een behoefte aan intense emotionele ontmoetingen dan een behoefte aan orgasmes.
Om elke minuut te leven alsof het de laatste was, om dat soort intensiteit elk moment te laten gelden, dat is onmogelijk als we seksueel de weg kwijt zijn. Te veel van onze emotionele behoeften, te veel van onze psychologische werkelijkheid van het moment is dan verborgen achter een muur van onderdrukking. En onderdrukking schept een disharmonie tussen daden en gevoelens. Het tegengestelde van het doel van schorpioen.
Het accepteren van je eigen seksualiteit, op dat gebied je eigen gevoelens beleven is een elementaire strategie van schorpioen, voorbijgaand aan alle glamourgirls en Marlboro mannen die ons vertellen om ‘het te doen’. De mond te snoeren van alle predikanten en preutsen die ons zeggen om ‘het niet te doen’ en dankbaar, met gevoel je seksualiteit laten voor wat het is, dat is de weg van schorpioen.
Maar seks is niet het belangrijkste. Dat is gevoel. Gevoelens die vaak verdraaid en verstoord worden door de afwisselend moralistische en hyperseksuele opvoeding de we krijgen. Gevoelens die we moeten ontdekken als we gelukkig en vastbesloten willen leven in een wereld waarin iedereen sterft.
Middelen
Er staat een wacht op de grens die het bewuste van het onderbewuste scheidt. Zijn functie is elke realiteit uit het bewustzijn te houden die ons op zou kunnen winden of onze zelfverbeelding kan ondermijnen. Hij is conservatief, oordelend, voorzichtig. In psychologische taal heet die taal het repressieve mechanisme. Bij schorpioen is het repressieve mechanisme gebrekkig. Het werkt wel, maar niet zo goed. Overstelpende emoties, verscheurende gedachten, schokkende, pijnlijke interpretaties van omstandigheden komen tot uitbarsting in de geest.
Hoe vreemd het ook mag lijken, dat gebrekkig repressieve mechanisme is het voornaamste middel van schorpioen. Zonder dat zou de brutale, duidelijke zelfanalyse die zo belangrijk is voor het werk van schorpioen onmogelijk zijn. Een besef van die verpletterende gevoelens, die soms het leven een verkeerde richting geven zou niet eens in je op kunnen komen. Het niet goed functioneren van het repressieve mechanisme vervult de geest met emotie, hij raakt in zichzelf gekeerd. Het bewuste wordt onverbiddelijk eerlijk tegen zichzelf. Eindeloos brengt het zijn eigen binnenste in kaart, en zoekt naar verloren nuances van besef, probeert de sluiers weg te trekken, waarachter we het ondenkbare verbergen. Geen teken is zo meedogenloos bezig met zelfonderzoek.
Zulke inwendige intensiteit heeft ook uitwendige effecten. Net zo diep als schorpioen in zijn eigen geest doordringt, richt hij zijn doordringbare blik op de wereld om hem heen. Instinctief wantrouwig, graaft hij geestelijk in hen die hem omringen, en grijpt naar begrip, naar kennis van de diepste motieven van iedereen en de meest duistere geheimen. En het is typisch dat hij erin slaagt om ze te vinden. Het middel van schorpioen? Een geest die zo scherp en stil is als een stiletto, erop uit om elk leugentje om bestwil te ontmaskeren, elke halve leugen, elke valse idyllische beschrijving van onze valse levens. Een geest die zich geheel wijdt als zelfkennis.
Schaduwzijde
Schorpioen zit gevangen tussen twee schaduwen: te veel en te weinig zelfkennis. Beide hebben hun eigen valstrikken. De ene is even dodelijk als de andere. Als het teken voor een van beide bezwijkt, veranderen onmiddellijk alle hoop, intensiteit en wijsheid van het teken in venijn. Te veel zelfkennis? Voor schorpioen is dat een moeilijk te slikken probleem. Automatisch, soms blindelings, graaft hij steeds maar dieper in zijn bewustzijn en achtervolgt hij altijd dat laatste feit of de laatste werkelijkheid die zijn leven zal veranderen. Soms is wat schorpioen ontdekt te veel voor hem. Dat representatieve mechanisme is er niet voor niets. Als het faalt, wordt het bewustzijn geconfronteerd met een ernstig gevaar: het kan gehypnotiseerd worden, in de ban gehouden worden door gevoelens die te complex zijn om te ontwarren.
Als dat gebeurt vervalt schorpioen tot zwaarmoedigheid. De geest kan zichzelf niet losmaken van zijn diepten. Hij tobt. Hij maakt geestelijke opnamen van beschrijvingen van onmogelijke, onoplosbare situaties, draait die opnamen steeds weer af, tot zijn bewustzijn beroofd is van zijn levenskracht en uitgeput raakt in een toestand van wanhoop. Teveel zelfkennis is gevaarlijk, tenminste als het zo vlug komt dat we het perspectief verliezen. Maar te weinig kan even erg zijn, vooral als dat gebrek ontstaat omdat we met opzet iets angstigs of onprettigs buiten ons bewustzijn houden. Zou schorpioen bijvoorbeeld verkiezen om te vermijden te denken aan de dood, dan ontstaat er gewoon geen instinctief weten dat hij sterfelijk is. Dat wordt gedwongen buiten het geestelijk bewustzijn om te werken. De gevoelens blijven. Ze gaan door met druk uit te oefenen op het gedrag en de houding van schorpioen. Maar hij kan de bron van de druk niet langer begrijpen.
Wat gebeurt er? De geest is onderdrukt door de zekerheid dat ‘er iets afschuwelijks gaat gebeuren’. Vrij rondzwervende zorgen plagen het bewustzijn, richten zich op elk in aanmerking komend doel: ‘mijn auto zal kapot gaan’, ‘mijn baas gaat me ontslaan’, ‘ik denk dat ik kanker heb’. Onderdrukte seksualiteit werkt op dezelfde manier: de gevoelens blijven, maar we raken het spoor van hun oorsprong kwijt. Schorpioen die toegeeft aan die schaduw, zal eindeloos hongerig zijn, eindeloos onvoldaan. De geest weet niet wat hij wil, hij begrijpt zijn honger niet. En nogmaals, er wordt een geschikt doel gezocht: geld, macht, een overdreven schoon huis. Geobsedeerd, onder dwang volgt schorpioen deze doelen, maar hij blijft alleen maar onvoldaan. Somber, piekerend, soms verraderlijk, houdt schorpioen zich triest schuil in zijn eigen schaduw, geplaagd door de duivels die hij nooit te zien krijgt, tot de dood het doek laat vallen over zijn zelfverzonkenheid en wanhoop.