Het meisje hield van dieren. Ze keek er graag naar. Maar het meisje was ook ziek en ze had het daardoor altijd koud. Iets waar ze een oplossing voor nodig had. En waarvoor ze de beslissing had genomen om op reis te gaan om de dieren om antwoorden te vragen. Over wat ze miste of nog verkeerd deed. Om beter te worden. Om anderen niet meer nodig te hebben om haar te verwarmen maar om dat zelf te doen. Zonder erbij na te denken of er nog moeite voor te doen.